Ko van de Ree een blote arm van maanfluweel
hangt loom
en streelt het dwarsgegondeld water
mijn spreektaal geeft geen ander geluid
dan kom maar, kom maar in het donker
met je golfjesborstjes
en je katoenen hemd
heb je dan geen klagen meer gesponnen
en geen zachte kruimelhuid
verborgen waar je lijf zo geurt
kon je dan geen kleren vinden
om je beter te omhullen
waternarren en kwatrijnen
giechelen om je stroeve droeve
tepelhuid, heuveltje van leven
de krijsende gagel spant
zijn rozenstok

Over Ko van de Ree

Ko van de Ree (Nice, 1934 - Eindhoven 2010) keerde in 1945 met zijn ouders terug naar Nederland. Promoveerde te Leiden in de natuurkunde en werkte van 1967 tot 1995 als Wetenschappelijk Hoofdmedewerker aan de Technische Hogeschool Eindhoven.
Publiceerde in eigen beheer poëzie, korte verhalen en essays. Aanvankelijk in de jaren vijftig drie Franse bundels, daarna in het Nederlands. In 1998 Verzamelde Gedichten. Vanaf 1993 jaarlijks een roman:
  • 1993 Vincent, een herhaling
  • 1994 De drie doden en de drie levenden
  • 1995 Een engel is een meeuw
  • 1996 Alles Is Dood Simpel
  • 1997 De koning van Orchomenos
  • 1998 Schrijfsels over de stad
  • 1999 HAIN
Ko van de Ree overleed op 13 november 2010.
Naast schrijver en wetenschapper was Ko van de Ree beeldend kunstenaar. Zijn werk leeft voort op de webstek van De Stichting Ko van de Ree