In vaders neuzen zaten kranten, elke
vlinder was een rups, op ieder plekje zou
een vogel (blauwer zangzaad), steigervocht,
de buitenlandse stekelbaars -
het kikkergras uit wit gewas springt
onzijdig tegen gevels.
Neem een bos - betrapte geluiden, lanen
berken frêle vossen.
Zoeken is een kirrend ondier; zilverhout
met oude bloemen tot het staat daar en
vertelt het
staat onvindbaar in zichzelf, de sporen
laten aarde na.
© 2000
Danny Degenaar / De Gekooide Roos