De Rundwanderweg kwam langs
een Wildgehege. Ik had dat uitgezocht.
Ik wandelde na deze week in bronst
met jou alsof ik aan de ree ging.
Je vroeg je hardop af of er verschil
was tussen ree en hert en hinde.
Cerva, cervus elaphus, wist ik,
zelf smaldier in een kwetsbaar levensjaar.
Er lag een groep bijeen, capreolus capreolus.
Een eenender stond hoog apart.
We namen onze koptooi af en zwaaiden,
gunden hem het brood dat niet gegeven
mocht van de boer die het verbood.
Wij brachten hem onze groet. Servus.
© 2000
Frieda Snel / De Gekooide Roos