Van berkenstammen is het kruis;
de viooltjes die je kweekte
bewegen op de lentewind. Je gaat
niet meer zo ver van huis.
Ik luister naar het kind
dat wegsmolt in je grote duim
als de toverlantaarn
de kamer vulde.
Ik lees uit je boeken
waarin je door de wereld dwaalde.
Ik zing bij de steen
waaraan ik me zo dikwijls stootte.
de zon legt mijn schaduw
als een zachte deken over je heen.
© 2001
Herman Verweij / De Gekooide Roos