Dit was op een van die dagen dat er,
denken sommigen, niets gebeurt,
op de kleine hoeve bewoog niets
behalve, niet waarneembaar, de aarde.
In de verte waren de rokende geweerlopen
van de steenhopen bij de groeve.
Ik onthoud hoe helder het raam
zijn schaduw op de vloer werpt,
de beklemmende slaap daarna:
Werkelijkheid en droom zijn twee emmers
van dezelfde waterdrager.
In het gespleten halflicht van droom en middag
moest ik heidense maskers passen,
originelen van mijn eigen vervalst gezicht.
De plooien van het kussen waren in mijn gezicht
afgedrukt als vleugels,
toen ik wakker schrok en opkeek naar mijn poster
van een Afrikaans gezicht met diep
ingekerfde inwijdingstekens.
Dit gedicht was onderdeel van een tijdens
Poetry International 2000 georganiseerd ‘vertaalproject’, waarin verschillende Nederlandstalige auteurs een aantal gedichten van
Charl-Pierre Naudé
uit het Afrikaans vertaalden. De gedichten en hun vertalingen verschenen in december 2000 in literair tijdschrift
Tirade.
De oorspronkelijke, afrikaanstalige tekst door Charl-Pierre Naudé
© 2001
Willem van Toorn / De Gekooide Roos
Over Willem van Toorn
Willem van Toorn (Amsterdam 1935) is dichter, prozaschrijver, vertaler en redacteur van het tijdschrift Raster. Van Toorn publiceerde bij uitgeverij Querido romans, gedichten- en verhalenbundels, waarvan de meest recente zijn: Het verhaal van een middag (roman, 1994), Dooltuin (gedichten 1995), Tegen de tijd (gedichten 1997), Leesbaar landschap (essays 1998), De rivier (roman 1999) en Haarlem Station (novelle 2000). Kort geleden verscheen Gedichten 1960-1997.