Een paar meldingen over vliegende schotels die
week
en over aurora's uit het onzichtbare heelal.
Ik reed in mijn auto langs een vreemd godsdienstig
ritueel
terwijl regen siste op de scherven van een
schemering.
De mannen een doek voor het gezicht, behalve twee
die werden ingewijd
en het koortje vrouwen in extase aan de kant van de
weg.
Ik kende de sekte niet, een wonderlijk mengsel van
Afrika en het Westen.
De gemaskerde mannen porden de zwetende en huilende
nieuwelingen
ongeduldig in de richting van het altaar en het
nieuwe leven dat hun wachtte.
Ze waggelden als eenden, blind van begeestering
voorwaarts
het veld in en vielen biddend op de knieën. Er
klonken twee schoten.
Wat ik daar zag was een autokaping en het afmaken
van de slachtoffers.
Hoe moest ik dat weten. Er is nauwelijks een weg
ergens heen
die niet ook de andere kant opgaat.
Misschien hangt het samen met hoe een mens
waarneemt.
Sommigen geloven dat vliegende schotels visioenen
zijn van de toekomst
of een hoogontwikkelde beschaving uit het verre
verleden.
Neem nou het verhaal van de twee bruiden.
Je hebt de langzame bruid. Een enkel gebaar van
haar kan drie generaties duren.
Haar rok waait niet op in de wind, die ligt vast in
het gietijzer van het plafond.
Als ik in mijn bed lig zie ik haar kant opbollen
boven mij.
En de snelle bruid, meteen uit de kleren, nat voor
de plechtigheid voorbij is.
Ze heeft een lange witte sleep en de nederige naam
wc-papier.
Misschien wordt alles bepaald door hoe wij de tijd
waarnemen.
En als iemand mij een onbruikbare getuige vindt,
denk dan aan een besnijdenis
of een maagdenoffer. De snelle hand en de langzame
hand, van God.
Ja, ik had zeker nuttiger kunnen zijn voor het
onderzoek.
Ja, ik ben blij dat ik nog leef.
Maar voorbij te rijden in deze tijd van
toekomstvisioenen,
aan de goede kant van de weg, aan deze kant van de
morele streep,
was onzichtbaar zijn voor hen. Ik bestond gewoon
nog niet.
Dit gedicht was onderdeel van een tijdens
Poetry International 2000
georganiseerd ‘vertaalproject’, waarin verschillende Nederlandstalige
auteurs een aantal gedichten van
Charl-Pierre Naudé
uit het Afrikaans vertaalden. De gedichten en hun vertalingen verschenen in
december 2000 in literair tijdschrift
Tirade.
De oorspronkelijke, afrikaanstalige tekst door
Charl-Pierre Naudé
© 2001
Willem van Toorn / De Gekooide Roos