Sirkka Turkka [In het hoevenbos]=NOTITLE
In het hoevenbos, in het paardenharenbos slaapt hij
in een boom de diepe slaap van een boom.
Hier waait de wind van zee tot zee
en ’s nachts is de maan twee sierlijke knieën,
stralend naast elkaar!
De dwaze paarden van de droom
worden verlost van hun halster, dijen
duwen tegen flanken als liefde
die niet geeft, zich niet openstelt, uit zichzelf
nergens afstand van doet.
Door het duister gaat de wind, een lindenboompje
zwerft nog rond in het donker, onwetend
van de liefde die zich niet geeft.
Die niet toegeeft, al vragen
de hele donkere hemel van de nacht
en de dampende mesthopen in de ochtend erom.
Diep in het paardenharenbos slaapt hij
verward in de liefde, tussen de magere knieën van de maan.
De liefde die de dagen en jaargetijden
hun naam ontneemt en zelfs de sneeuw niet laat rusten.
Die niet geeft, geen afstand doet
maar weerhoudt,
niet streelt, niet mild stemt.
En al lichten de struiken al op
in de hoeken van de huizen, de liefde
stelt zich niet open, de poort verslapt niet.
Hij slaapt, vermorzeld door de liefde
zo zonder zichzelf.
Alle nachten en manen,
slaapt hij zonder te rusten.
Uit: Kaunis hallitsija (De mooie heerser) 1981
Adriaan van der Hoeven

Over Sirkka Turkka

Zie Poetry International
De vertaler, Adriaan van der Hoeven, was universitair docent bij de intussen helaas niet meer bestaande afdeling Finoegristiek van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft over Finse cultuur en literatuur gepubliceerd en verscheidene vertalingen, waaronder een bloemlezing Finse poëzie, op zijn naam staan. Publiceerde onder meer in Bzzlletin, NCR-Handelsblad, de Volkskrant, De Gids, de Tweede Ronde en Deus ex Machina.