elke dag begint met snoozen
naast m’n lief en dat m’n hand
op zoek gaat (als zovaak beschreven)
naar die ene tepel die wel
weet hoezeer ik haar bemin
hij vervolgt zich met de trage
gang naar opstaan en gemompel
-was ik maar naast haar gebleven-
en het standaard commentaar
als zonder koffie geen begin
de volta naar het ongewone
komt wanneer mijn weke lippen
lichtgezouten boter proeven
ik mijn ogen sluit en dan
haar hele lijf erbij verzin
© 2002
Tompel / De Gekooide Roos