In deze stad ben ik van huis
geen brug die spant of buigt
alleen het staande water
boten liggen loos langszij
de kaden, opgesmukt als
gevels van de burgerij
maar de kabels aan de schepen
schuren geur van teer en wier
op nauw bemerkte deining
stroomopwaarts kunnen varen
golven maken die basalt beroeren
hoge bruggen bij een onbekende stad
zie ik hem staan, rivierzand om zijn voeten
tuurt hij oog in oog mij aan
is dit zijn land en nodigt hij
of laat hij licht beladen mij begaan
wat is besluiten als het roer wordt losgelaten,
langzaam keer ik afwaarts stromend
leg ik bij hem aan
we lopen door de waarden naar de dijk
maar hij spreekt niet.
© 2002
Hubert Voorhoeve / De Gekooide Roos