’Dit overhemd is veel te groot.
De manchetten fladderen langs mijn knieën
en de kraag bedekt mijn oorlel aan de linkerkant
Wat wil je nou? Ik pas niet in de ruimte
die je geven wilt, hoeveel uur je ook besteedt’.
De band spoelt door naar een ander fragment.
Weet je nog wat er gebeurde in deze kamer?
Het huisgezin was overcompleet, de stoelen te vol
de buren verkleed voor Kerst en wij sliepen
te rond en te sloom om de hints te vatten.
Niemand verloor haar verstand. Alleen de stoppen
sloegen door. Later, toen de kaarsen al brandden.
Het was de laatste keer dat een overhemd paste.
Er waren veel mooie vrouwen, zij luisterden,
het was duidelijk winter.
© 2003
Annette van den Bosch / De Gekooide Roos