Erwin Vogelezang Götterdämmerung (25-31)
I saw myself
a ring of bone
in the clear stream
of all of it

and vowed
always to be open to it
that all of it
might flow through

and then heard
"ring of bone" where
ring is what a

bell does


(© Lew Welch)

25. kringspel
ik adem
mezelf weer uit en blaas
een roze ring van meisjes om mij heen

penny, ik laat je naam in mij
vallen als de zon in water
en duik je steeds weer op

iemand roept je naar het midden
en al wat draaien kan - het draait

ik beloof mezelf plechtig
om je met bleke huid en haar
in te blijven ademen

26. kermis
zoals een tong eerst schichtig dan
sneller steeds en almaar sneller draait
berijden wij wijdbeens draken

want het is kermis op het plein
en alles is nog mogelijk

kijk, daar branden lichtjes
witte gaten in de lucht
de geur van suikerspinnenlippen

als askegels gloeien wij als sterren bottenbleek
op excursie naar het einde van de nacht

nat gras, natte ruggen
je onbehoorlijk smalle schouders
je open mond: zo groot de maan!

27. onder de seringenboom
later onder de seringenboom ben ik
in de schaduw die een hand maakt
op je warme wang

draai als de rook van een eerste sigaret
in mijn buik, laat mijn vinger door iedere cirkel
prikken waarvan jij het midden bent

onder het badpak over je moedervlekken:
sterren branden donker op jouw huid, zeg je

maar ik voel alleen maar jou
maar ik proef alleen maar jou
zomerzout en nieuw en jong zo penny

28. de bus terug
blazen maar weer: kringen op het raam
namen doorhalen onder harten
van de heenreis

penny loves x loves y 4 ever
4 ever weerkaatst je
bitterzoete adem van die ochtend

grotere jongens weten het: jou pesten is makkelijk
vandaag legt iemand pennies op je ogen
als je slaapt

zwaai ik naar mezelf
in het raam van een bus op weg naar huis
zie ik de dood, een verstekeling

die onderadems reist van mond op mond
van zweterige hand tot hand
als voetbalplaatjes in de pauze

ik droom een cowboy: brede hoed, jas,
het striemen van een speekselzweep
één uiteinde bungelt aan je mond

29. penny slaapt
grotere jongens wisten het: jou pesten was makkelijk
vandaag legt iemand pennies op je ogen
als je slaapt

dooft de zon op iedere tekening
die vloeidunne bleekhuid!
zelfs sterrenlicht brandt gaten

ik draai mezelf binnenstebuiten
wil je mijn moedervlekken wel geven

het zijn er twee

ze passen over je ogen
en gloeien in de eindeloze nacht

30. ennio
de donsgele slaap in je ogen
gaf je me
en al het licht van de maan

ik hang haar
aan een touw boven je huis
en zeg: de maan is nu gehangen

ik fluit veel - morricone
en ben een zomervakantie lang
indrukwekkend somber

31. where ring is what a bell does
vandaag gevonden:
je seringenroze kauwgumring
past niet meer om mijn vinger

je geur, je smaak, je speeksel
wat licht was bleek niet taai genoeg
om langer mee te gaan en ging

ik schrijf dit omdat ik aan je dacht
toen ik een gedicht las
en plots je ring zo hoorde

Over Erwin Vogelezang

Erwin Vogelezang is in 1971 in Den Haag geboren. Daar woont hij, inmiddels met vriendin maar nog altijd zonder snor, tot op heden. Houdt van muziek, Tsjechisch bier en Indiaas eten. Speelt graag poker en pool en danst regelmatig de Wah-Wahtusi. Schrijft beroepshalve ondermeer commerciële teksten. Is in 2002 weer gaan dichten na een lange periode van (uiteraard vruchteloze) onthouding. Publiceerde in diverse magazines. En is vooralsnog bundelloos.
De overige delen van Götterdämmerung (en nog veel meer) kan men tot zich nemen op www.erwinv.net
Erwin Vogelezang schreef ook op Schrijf.Net