Ik zeg je dat het de wind is
dat het de wind is die
geruchten maakt.
Jij zegt me dat het een kind is
met je vingers door je haar
dat het een kind is
dat schuifelt door de straat.
Dat het de straat is
die doodloopt
achter in de straat
en niet de hoek om
niet de hoek omgaat.
Ik zeg je dat het net daar is
waar bruine bladeren zich
stapelen tegen de stoep
en tegen de muur
en dat het zo waar is
dat het zowaar ritselt in die straat.
En dat het geen kind is
dat het de wind is.
De titel van het gedicht werd ontleend aan ’Vergeten straat' van L.P. Boon, A. Manteau, Brussel, 1946.
© 2004
Eric Vandenwyngaerden / De Gekooide Roos