Frédéric Leroy De zwangerschap van mevrouw Alighieri (1)
Mijn god, meer nog dan van uitregenen
in de douche geniet jij van een ligbad,
leg jij, oceaanheerser, loom je torso
te weken in lauw, amniotisch vocht,
met je tenen als sidderalen gekruld
rondom de badstopketting, je knieën
als kliffen uit het sop, orchestreer je
een odyssee – vanuit zeemeeuwperspectief
bedenk je monsters in de schuimkoppen,
bestuur je knisperende blastomeren,
goedaardige blaasjes op het watervlies.
Vooruit, dwaze piraat, laat maar varen
die hoop op onsterfelijkheid en kaap,
de kling geklemd tussen de tanden
en met schattenjachten opgetekend
in het logboek van je gedachten
die zwalpende éénmanssloep,
een schuimpje dat aanzwelt
tot een nieuwe wereld.
***
Er zit een ezelskaakbeen verborgen
in de noordenwind en het klieft en sist er
als een slang, een willekeurige god
die het tot mens wil schoppen
daalt (zo beweren kwade tongen)
door alle negen hellekringen
negen maanden lang
en wordt geboren
uit een vrouw.
Kijk om je heen, ook jij bevindt je
met je doorweekte rimpelvoeten
nu al in het voorgeborchte
je hart is groot
als papaverzaad.

Over Frédéric Leroy

Frédéric Leroy (Blankenberge, 2 december 1974) groeide op aan de West-Vlaamse Noordzeekust. Hij promoveerde in 2002 als doctor in de toegepaste biologische wetenschappen en is momenteel werkzaam als levensmiddelenmicrobioloog en als deeltijds docent aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is behalve met beta-wetenschap ook actief met poëzie bezig, onder meer op een aantal literaire internetsites.