Het is stiller, lijkt het wel. Misschien is het het miezerige weer, het regent
zachtjes. Maar het kan ook aan mijn waarneming liggen. Naast me ligt een
krantenartikel. Wally Tax is dood.
De eerste keer dat ik Wally ontmoette, was in een buurtkroegje. Als ‘new kid
on the block’ had ik juist kennis gemaakt met enkele stamgasten. Een grote
vent excuseerde zich, liep naar het andere einde van de bar en legde zijn
knuisten op de schouders van een tengere man. ‘Dit is onze lokale
beroemdheid’, lalde hij. Het was Wally Tax. Niet wetend wat te doen met de
situatie, keek hij op en knikte verlegen. Flauwtjes stak ik mijn hand op,
evenzeer in verlegenheid.
Later zijn we elkaar vaker tegengekomen; we frequenteerden dezelfde kroegen.
Ik ging uit met het doel me te bedrinken, iedere dag opnieuw, onwillig eerst,
maar allengs gretiger. Wally dronk ook veel, maar het was of het niet zíjn
dorst was die hij leste, maar die van de mensheid in zijn geheel.
Vrolijk was hij niet; hij had altijd een Carmiggeltachtige melancholie als een
grijs dekentje over zich heen, als een soort onzichtbaarheidsmantel.
Vooral nadat zijn vriendin Laurie overleed, die schuin bij mij aan de overkant
woonde, was het niks meer met hem. Hij raakte steeds meer in zichzelf gekeerd.
Lauries huis was akelig leeg en hij had soms moeite er binnen te gaan; dan
liep hij moedeloos nog maar een straatje om met zijn ouwe trouwe hondje. Laika
heette dat hondje, als ik het me goed herinner, naar het hondje dat als eerste
de ruimte in was geschoten. Ik geloof niet dat hij veel vrienden had.
Hij was eens bij mij thuis, waar ik hem mijn nieuwe gitaar liet zien. Hij
tokkelde wat akkoordjes, legde toen moedeloos de gitaar neer en zei: “Ach
jongen, zo gaan die dingen...”
Ik ben verhuisd en heb hem nooit meer gezien.
Eigenlijk wilde ik hier iets vrolijks zeggen over Wally, maar er schiet me met
de beste wil van de wereld niets te binnen. Misschien had ik hem daarvoor
vroeger in zijn leven moeten ontmoeten, toen het geluk nog aan zijn kant was.
In de krant staat een foto: shaggie in de mond, het immer lange haar in een
paardenstaart bijeen gebonden en wallen onder zijn ogen, die met aloude
melancholie de beschouwer aankijken.
Zondag 17 april werd in
Paradiso
een Wally Tax memorial-benefietconcert gegeven om de begrafenis
te bekostigen. De opbrengst bedroeg €10.000,00
© 2005
Marc Boelens / De Gekooide Roos