Rondom stort de wereld in, wij oefenen
het binnenrijm van dichte deuren als de wind waait.
Niet naar buiten in de regen.
Wees voorzichtig met elkaar en met
de resten van de herfst in de winter.
Ik kijk door ramen als door betraande ogen,
hoor de muziek van het huis dat moe zijn hoofd buigt.
Takken ratelen over het dak, morse in een
dode taal.
Op zolder vond ik de kinderen terug, ze maakten
een plakwerkje van foto’s - van mij
in een ander verleden - gevonden in al die persoonlijke dozen
van voor het onthouden.
Zo zag ik opeens hoe lang we hier waren.
Altijd al.
Wind en regen dienend breng ik luiken aan
en hemelwaterafvoeren om het huis.
De boom die orakelt moet worden gesnoeid.
© 2007
Bies van Ede / De Gekooide Roos