Tsead Bruinja Het geld het fruit en de familie
als ze nat van de regen thuiskomt op de dag dat haar vakantiegeld
net binnen is jij je hand op haar heupen legt en de kleine huidplooi
zachtjes in de muis van je hand kruipt je tegen haar billen duwt
je haar het hematasje uit handen neemt het op tafel legt
en haar voorzichtig naar de trap manoeuvreert

dat ze dan een beetje tegensputtert
dat je haar in haar nek zoent
aan haar bloesje frunnikt

je vader belt zonder zijn naam te zeggen

een stem waar je al tweeëndertig jaar naar luistert
maar die je niet meteen herkent

vijftien jaar oud zes uur ’s ochtends en over een uur de bus
een oud washandje of een sportsok
in een broodtrommel
onder het bed
de wehkamp

wat je ruikt is niet de vis die rot
maar de vis die fermenteert

dat ze lacht naar haar portemonnee naast de fruitschaal

en ik me als een kat
in mijn nekvel
gegrepen voel

door het geld het fruit
en de familie
uit de bundel bang voor de bal, uitgegeven door Cossee, Amsterdam, 2007

Over Tsead Bruinja

“...Tsead Bruinja is een romanticus in de traditie van Heine, Haverschmidt en Slauerhoff, want de sprekers in zijn gedichten zijn permanent ontheemd, onfortuinlijk verliefd, bezeten van doodsdrift en onstilbare verlangens... Hoewel niet alle gedichten in Dat het zo hoorde volledig overtuigen, heeft Bruinja een eigen stijl die de lezer meesleept en inpakt.”
Piet Gerbrandy, De Volkskrant, 2003
Alles en meer over Tsead Bruinja