Veertien staties moet Viator stellen
in verband zodat er één verhaal
ontstaat en helderschoon de moedertaal
weer klinken gaat met al haar syllabellen.
Je ziet hem jamben of trocheeën tellen,
per regel hooguit vijf in het totaal.
Hij stapt ze af op weg naar het oxaal
en wil dan door de poort naar ’t altaar snellen,
maar aarzelt op de grens van schip en koor.
Verstommen hier terecht niet minnestrelen?
Mag hij octaaf wel hogen met sextet?
Spreek slechts het juiste woord mij in het oor...
Mijn jamben zijn maar povere juwelen,
muurvast in de lege kas gezet.
© 1999
Abel Staring / De Gekooide Roos