met mijn handen in de aarde
weet ik weer van stof en steenslag
huil ik vecht ik tegen wanhoop
wortels breken onkruid wint
hoor maar hoe de kleine twijgen
klagen want het kind is dood
op zijn graf de speelgoedberen
en de vragen en zijn naam
lang geleden rook de aarde
soms naar voorjaar en naar morgen
droegen appelbomen bloesem
was de nachtvorst nooit zo koud
in de heg verbergt een narcis
onbeholpen dat zij bloeit
© 2000
Margreet Spoelstra / De Gekooide Roos