Margreet Spoelstra Lars
met mijn handen in de aarde
weet ik weer van stof en steenslag
huil ik vecht ik tegen wanhoop
wortels breken onkruid wint

hoor maar hoe de kleine twijgen
klagen want het kind is dood
op zijn graf de speelgoedberen
en de vragen en zijn naam

lang geleden rook de aarde
soms naar voorjaar en naar morgen
droegen appelbomen bloesem
was de nachtvorst nooit zo koud

in de heg verbergt een narcis
onbeholpen dat zij bloeit

Over Margreet Spoelstra

Margreet Spoelstra (1952, Vrouwenpolder) werd, na haar opleiding aan de Sociale Academie, maatschappelijk werkster. In 1985 koos ze gefascineerd door vragen zonder antwoord, voor een tweede studie, de theologie. Daarna — nog wat van zulke vragen rijker — werd ze pastor in een oecumenische gemeente. Op dit moment is ze werkzaam als ziekenhuispastor in Tilburg.
In 1992 werd ze plotseling gegrepen door de poëzie en is zij gedichten gaan lezen en schrijven. Ze publiceerde in een aantal tijdschriften, en raakte via het (ondertussen opgeheven) internettijdschrift de Opkamer verzeild in de Salon en via de Salon in de redactie van De Gekooide Roos. In 1992 gaf ze, in samenwerking met dirigent/componist Jos Lamboo en in eigen beheer, de gedichten- en liederenbundel Blauwe regen uit. In Januari 2000 won ze met het gedicht
Seizoenen
, de eerste prijs — genaamd de Raadselige Roos — in een literaire wedstrijd uitgeschreven door het Literair Café Venray-regio. In februari 2000 verscheen haar tweede bundel Cirkels en lijnen.
Margreet Spoelstra schreef ook op Schrijf.Net