Ik keek in de bottenkuil
waar skeletten van hartstocht
geblakerd en uiteengerukt
een doolhof werden.
Wie zal springen die al viel,
of zoeken, die ergens onder zich
de hand herkent van zijn geliefde,
broos en droog, tot knoken verminderd?
Wie wendt zich niet af
als de wind aanwakkert
en rook de horizon nabij veegt?
Tel de jaren als een slotsom,
trek ze als een komeetstaart
achter je aan wanneer je wegloopt
voor wie hem zien wil
of meenemen.
© 2000
Bies van Ede / De Gekooide Roos