Henk Van Kerkwijk Kippen
  -1-

Al indiaantje spelend geilden we op elke veer
die de poelier bezat. Daar stonden we in de winkel,
zuiver ribbenkast, de wervelkolom lenig als een wens:
twee jongens van oorlogskleuren dromend,
terwijl blauwe aders onze witte huid al ondergroeven.

De mevrouw aan de kassa stuurde ons het nauwe
laantje door, naar de schuur achter.
Propvol met levende kippen. Verroest gaas
sloot een raam met spinragvitrage af .
Licht viel alleen door de open deur naar binnen.

Drie mannen zaten daar op driepotige krukken.
Elke vogel die naar voren vluchtte werd verblind.
Uit het licht greep een hand haar stevig vast.
Drie oude mannen. En geen van hen die leven spon:
vernietiging vereiste onverdeelde toewijding.

Allen sneden af
Allen scheurden wijd open.
Allen rafelden het verenpatroon uiteen.

  -2-

Het mes dat rood tussen rode vingers gleed,
scheerde de verbazing van het kakelen.
Elke gil verdronk. Ik herkende het proesten.
Het was het geluid dat ik thuis
maakte als ik mijn zere keel gorgelde.

Zelfs het lot van mijn vriend is mij onbekend,
mijn bloedbroeder, die andere jongen daar,
noch voor welke kant hij koos. Allen sneden.
Allen scheurden. Allen vernietigden het verenpatroon.
Uit die schuur was ontsnapping onmogelijk.

Over Henk Van Kerkwijk

Amsterdam, 1940. Debuteerde als schrijver van romans waarmee hij de Reina Prinsen Geerling-prijs en de Anne Frank-prijs ontving, schreef hoorspelen en televisiestukken. Legde zich uiteindelijk helemaal toe op schrijven voor de jeugd. ‘Komplot op volle zee’ ontving in 1969 de voorloper van de Gouden Griffel. Voor ‘Schakelfout’ kreeg hij een Zilveren Griffel.
Van Kerkwijk woont afwisselend in Amsterdam en Kilmore, Ierland. Onder de naam David Winwood publiceert hij Engelstalige gedichten in een reeks van Engelse, Amerikaanse en Australische literaire tijdschriften. De hier opgenomen gedichten zijn een hernieuwd debuut. Het is voor het eerst sinds lang dat Van Kerkwijk met Nederlandstalige poëzie komt.
Henk van Kerkwijk op Wikipedia.